Maart 2020, corona een crisis van grote omvang die op eenieder effect heeft. Zo ook op mij. Mijn werk als haptotherapeut ligt grotendeels stil, ik zie de wereld om mij heen bewegen en allerlei online aanbod gaan doen. Ik voel weerstand: dat ga ik niet doen, dat past niet bij mijn vak. Ik weiger. De weken verstrijken en het wordt me duidelijk dat dit nog wel even gaat duren. Ik voel onrust, moet ik dan toch wat anders doen? Anderen zijn online actief of zeggen dat het als vakantie voelt. Vakantie? Ik denk hoe dan? Hoe moet dat met mijn praktijk? Overleeft mijn praktijk dit? Hoelang kan ik het volhouden? Ik ga allerlei klusjes in huis doen waar ik al te lang niet aan toe kwam. Dat voelt goed. Wat voelt er dan goed? Het idee nuttig te zijn! Maar ja ook die klusjes zijn een keer klaar. Het is voor mij een tijd van veel alleen zijn, mijn kinderen en kleinkinderen niet zien, mijn studie die noodgedwongen stil ligt, de zorgen over mijn praktijk. Het gemis aan de contacten vind ik het ergste en het moeilijkste in deze tijd. Ik merk dat hoe langer het duurt mijn hoofd een beetje de overhand krijgt, gedachten die niet stil staan. Ik slaap slechter en kom met moeite in beweging. Gevoelens van eenzaamheid. Ik die zo goed alleen kan zijn, sterker nog dat echt wel nodig heeft? Het zijn nieuwe gevoelens waarmee ik geen raad weet. De dingen die ik wel doe zijn een beetje low energy, lezen, mediteren, muziek luisteren, en zelfs daar valt de keuze niet op uptempo nummers, maar op van die sombere trage liedjes. Ik weet dat als ik dingen ga doen, ik me beter voel en toch kost het me moeite om in beweging te komen.

Ik neem contact op met mijn haptotherapeut en we plannen een beeldcontact sessie later op de dag. Er komen meteen allerlei oordelen en gedachten: is het wel zo erg, het valt toch wel mee, kijk naar wat je wel hebt, anderen hebben hele dagen mensen om zich heen, jij hebt tenminste tijd voor jezelf, wat klaag je nu? Direct gevolgd door een gevoel van schaamte dat ik hulp gevraagd heb. Zo snel gaat dat.

Nu was ik echt anti beeldbellen, maar het moment dat we face to face contact hebben, voelt het ook als echt in contact zijn. Bijzonder wel, op grote afstand de nabijheid kunnen voelen. De term beeldcontact vind ik dan ook meer op zijn plaats.

We onderzoeken samen mijn “hoe doe ik wat ik doe”. Ik voel me somber en dat beangstigt me, waardoor ik nog vaster ga zitten, nog minder in beweging kom en nog meer ga nadenken. Hij stelt me wat vragen en hij vertelt iets over somberheid en boosheid. Ik ga letterlijk rechterop zitten, zo’n vuurtje dat aangewakkerd wordt. Ja ik ben zeker boos! Wat doe je daarmee vraagt hij? Eh…. Niks dat hou ik bij me. De boosheid geef ik geen ruimte. We doen een oefening. Maak van je rechterhand een vuist. Sla daarmee op de vlakke binnenkant van je opgerichte linkerhand, snel in, snel terug, even wachten, snel in, snel terug en herhaal dat een aantal keer. Ik voel me direct energieker, heb een wat hogere spierspanning en voel me steviger en krachtiger.

We hangen op en ik heb weer zin om dingen te doen, ik kom letterlijk weer in beweging.

Een sessie via beeldcontact, een contact waarbij de fysieke afstand weliswaar groot was, maar wegviel in de nabijheid van ons contact. Contact wat we allemaal nodig hebben om ons bewust te worden van onze kwaliteiten, valkuilen. In het contact met de ander leren we, worden we geconfronteerd en meer bewust van patronen die soms verdraaid onhandig zijn!